Orgelbouw naast het vak van uitvoerend musicus
- Gegevens
- Gepubliceerd op dinsdag 30 december 2014 15:55
Al sinds de vroege jaren zeventig van de vorige eeuw houd ik mij bezig met het bouwen van orgels. Wat ooit begon als een aardige hobby is thans uitgegroeid tot een semi professionele bezigheid met serieuze kleine opdrachten.
Begonnen als autodidact stak ik altijd weer wat op van de harde werkers en ware ambachtslui in de reguliere orgelbouw. Onderzoeken, meten en veel vragen stellen droegen uiteindelijk bij tot het zelfstandig ondernemen van orgelbouwprojecten. In mijn werk als orgeladviseur had ik volop de gelegenheid instrumenten en detail te bekijken en zo met behulp van opgedane technische vaardigheden aanzienlijke resultaten te bereiken. Veel orgelmakers stonden mij bij als ik weer eens niet uit een probleem kwam.
Inmiddels heb ik mij in de afgelopen 45 jaren met alle typen orgels beziggehouden; klein, groot; elektrisch, pneumatisch of mechanisch. De mechanische tractuur is en blijft in technisch, maar ook vanuit artistiek oogpunt verreweg de mooiste tractuur, waar het de speelaard van het orgel betreft! Elektrische/elektronische toepassingen (Setzer) voor de registerbediening bij grote instrumenten is vandaag de dag onontkoombaar, sterker nog onontbeerlijk; deze speelhulpen dienen de organist tot gemak bij het uitvoeren van complexe composities, zonder dat het maar ook enige invloed heeft op de ware orgelklank!
1969-1971 Huisorgel (nieuwbouw) gemaakt i.s.m. Nicolaas Storm en André de Swaaf (pijpwerk)
1 manuaal '(c-g''') en aangehangen pedaal (C-d')
Holpijp 8 vt b/d
Gamba 8 vt b/d
Fluit 4 vt b/d
Octaaf 2 vt b/d
Mixtuur I b/d
1973 Positief (Nieuwbouw)
1 manuaal (C-d''')
Holpijp 8 vt
Fluit 4 vt
Octaaf 2 vt
Chromatische windlade; de onderbouw bevat 12 houten pijpen van het groot octaaf van de Holpijp.
Ook een kleine balg is hierin ondergebracht. De motor bevindt zich in een dempkist naast het instrument.
1979 - 1981 H. Bonifatiuskerk te Rijswijk (nieuwbouw orgelkas en restauratie binnenwerk)
1 manuaal (C -f''') en aangehangen pedaal ( C-f0)
Bourdon 8 vt Subbas 16 vt
Viola di Gambe 8 vt
Prestant 4 vt
Fluit 4 vt
Piccolo 2 vt
Cornet III st
In 1979 werd het kerkbestuur vande H. Bonifatiuskerk te Rijswijk (ZH) getipt door orgeldeskundige Hans van der Harst dat er een klein orgeltje van Gradussen (1882) in Bokhoven te koop was. Het betrof een mechanisch instrument met 5 registers en Subbas 16 vt op een pneumatische windlade. De orgelkas was niet meer dan een samenraapsel van oude ornamenten en doorgezaagde dennenstammetjes in de vorm van orgelpijpen en zilverkleurig gespoten...! Het orgeltje werd aangekocht en kreeg een plaats als koororgel in het transept. Een nieuwe orgelkas werd door mij gemaakt, waarbij gebruik werd gemaakt van beschikbare kerkbanken. Het neogotische pinakelwerk was afkomstig van een afgedankt altaarstuk uit België. De houtgesneden beelden stonden in de opslag van de kerk. Na herstel en te zijn voorzien van een nieuwe polychromie door meesterschilder Pierre Kouwenhoven kregen zij een mooie plaats in de orgelkas.
De windlade werd hersteld, een nieuwe mechanische pedaallade (18 tonen) werd gemaakt ter vervanging van de door houtworm aangetaste pneumatische lade. De frontpijpen werden nieuw gemaakt en het instrument werd uitgebreid met een Cornet III uit voorraad van de orgelmaker Adema Schreurs. Antoine Schreurs verzorgde de intonatie. Oplevering 1981.
1985-1988 H. Bonifatiuskerk Rijswijk, Hoofdorgel
In 1984 startten de werkzaamheden aan het hoofdorgel van de H. Bonifatiuskerk te Rijswijk. Dit van oorsprong in 1840 door Kam & Van der Meulen gebouwde orgel voor de voormalige 'Waterstaatskerk', werd in 1897 door de firma Adema uit Amsterdam overgebracht naar de nieuwe neogotische kerk. Bij die gelegenheid kreeg het orgel een vrijstaande speeltafel naar Frans model. Zoals bij zoveel overplaatsingen van kleine instrumenten naar grote kerkgebouwen blijkt dat de instrumentjes veel te klein van opzet zijn om in de nieuwe ruimte adequaat te kunnen functioneren. Vermeulen (Alkmaar) breidde het oude orgel (twee klavieren en 14 registers) in 1958 uit tot een drie manuaals instrument met 34 stemmen.
Het oud bovenwerk krijgt een plaats in een modern rugwerk en een grote windlade uit voorraad van de orgelmakers wordt als nieuw bovenwerk toegevoegd. Het instrument krijg een zelfstandig pedaal, uitgevoerd met elektrische unitladen. Ook nu komt er een nieuwe speeltafel van een Duits toeleveringsbedrijf.
Het nieuwe pijpwerk harmonieert slecht met het oude materiaal. De klank was maar matig. Men had geprobeerd het instrument een neobarok klankidioom mee te geven, maar als zoveel van dit soort transfomatieprocessen probeerde men tevergeefs vroeg 19e eeuws pijpwerk een barok karakter te geven. Niet zelden waren dit soort ingrepen gedoemd te mislukken!
Uitgangspunt voor een restauratie was de situatie Adema, ingegeven door de vele klankingrepen die deze firma in het concept van Kam & Van der Meulen had aangebracht. De mechanische tractuur van de manualen werd behouden en verbeterd; nieuwe mechanische sleepladen voor het pedaal kwamen in plaats van de elektrische kegelladen uit 1958.
uitgevoerde werkzaamheden:
- hoogliggende vulstemmen (Mixtuur, Scherp en Cymbel) werden vervangen dan wel aangepast.
- terugplaatsing van de Bourdon 16 vt. (was als Subbas geplaatst op pedaal).
- plaatsen van een Violon 8 vt op het hoofdwerk.
- Scherp van het BW werd omgewerkt tot Carillon in stijl van Kam & Van der Meulen.
- Wijziging van de rugwerkkas en toevoeging van snijwerk in stijl van Kam & Van der Meulen.
- crescendokast voor het Bovenwerk.
- algehele restauratie van orgelkas en mechanieken.
Vele vrijwilligers werkten mee aan dit omvangrijke project: André de Swaaf - Peter Haaze -Paul de Heij en Pierre Kouwenhoven en Ton Brok. Het geheel onder supervisie van de firma Adema -Schreurs te Amsterdam (A. Schreurs).
Kam & Van der Meulen, H. Bonifatiuskerk te Rijswijk, 1985
1989 De bouw van een nieuw kistorgel
Holpijp 8 vt b/d
Prestant 4 vt b/d (groot octaaf gecombineerd met Fluit 4 vt)
Fluit 4 vt b/d
Octaaf 2 vt b/d
Nasard 2 2/3 vt discant
Terts 1 3/5 vt discant
Sifflet 1 vt b/d
Klavieromvang C- d''' transponeerbaar 435/440 Hrtz. door verschuiving van het klavier
Kistorgel (1989) opgesteld in de H. Jacobuskerk te Den Haag, 2008.
Uitgangspunt voor de bouw van dit kistorgel, was de continuo-praktijk. Om enig evenwicht te kunnen geven aan de klank van de grotere begeleidingsorkesten, werd het orgeltje gebaseerd op een prestant 4 vts basis. Het metalen pijpwerk is voorzien van stemschuiven; Het is in twee delen uitneembaar en transporteerbaar in een stationwagen. De bovenbouw bevat windlade en pijpwerk en klaviatuur; in de onderbouw is een kleine motor en magazijnbalg geplaatst, alsmede de drie grootse pijpen van de Bourdon 8 vt. Het orgel is sinds 2017 in eigendom van een particulier.
1990/91 Restauratie Kabinetorgel Andries Wollferts (1782) Goudse School
dispositie:
Holpijp 8 vt b/d
Fluit 4 vt b/d
Octaaf 2 vt b/d
Prestant 8 8 vt disc.
Windlosser en tremulant Klavieromvang: C- f''''
De datering van het instrument 1782 is van Gierveld, hetgeen niet onaannemelijk is. Ook kleine wijzigingen aan het uiterlijk rond 1830 zijn aannemelijk. Het instrument verkeert in nagenoeg oorspronkelijke staat.
Windlade, balg, mechanische tractuur (stekkermechaniek) en klavier zijn oorspronkelijk, Het pijpwerk van tamelijk zware factuur is een eenheid en van historische aard, doch feitelijk te wijd gemensureerd voor dit type orgeltje.
De toeschrijving aan Wollferts is gemaakt op basis van een identiek instrument in het bezit van de orgelmakerij Elbertse te Soest. Met name de factuur het binnenwerk is gelijk, terwijl dat instrument gesigneerd is in de ventielenkast. Het onderhavige instrument heeft op dezelfde plaats in de ventielenkast restanten van lijm van een gelijksoortig etiket. Het instrument is gerestaureerd en voorzien van een timpaan, die verdwenen was.
In het kader van het vele historische materiaal en de waardevolle ontdekkingen wordt er op dit moment gewerkt aan een publicatie over beide orgels door ondergetekende.
1993 Huisorgel nieuwbouw (2e fase)
Dispositie
Hoofdwerk Nevenwerk Pedaal
Montre 8 vt gr.oct. gec. BRD 8 Bourdon 8 vt Subbas 16 vt
Holpijp 8 vt Viola di Gambe 8 vt af co
Prestant 4 vt Fluit 4 vt
Fluit 4 vt Nasard 3 vt disc.
Quinta 3 vt Gemshoorn 2 vt
Octaaf 2 vt Terts 1 3/5 vt
Tertia af Eo Fagot 8 vt b/disc.
Koppelingen uitgevoerd als treden:
I+II, P+I, P+II
Manuaalomvang': C-g''' Pedaalomvang: C-f'
1996/98 Uitbreiding en wijziging van het koororgel H. Bonifatiuskerk te Rijswijk (1980).
Dispositie
Hoofdwerk Zwelwerk Pedaal
Bourdon 16 vt Holpijp 8 vt Subbas 16 vt
Prestant 8 vt Viola di Gambe 8 vt Gedekt 8 vt
Fluit harm. 8 vt Vox Caelestis 8 vt af co Fagot 16 vt
Violon 8 vt Fluit 4 vt
Octaaf 4 vt Woudfluit 2 vt
Octaaf 2 vt Basson Hautbois 8 vt
Mixtuur V st Dulciaan 8 vt
Cornet V st Clairon 4 vt
Trompet 8 vt
Het instrument werd voorzien van een nieuwe vrijstaande speeltafel met twee manualen en pedaa met mechanische toets- en registertractuur. Nieuwe windladen werden gemaakt . Het hoofdwerk werd in de bestaande kas gebouwd, het zwelwerk in de daar achterliggende voormalige biechtstoel. Het pedaal kreeg een plaats in de onderbouw van het hoofdwerk. Magazijnbalgen en motor kregen een plaats in een kast naast het orgel.
Omvang manualen: C-g''" Pedaal: C- f'
Koppelingen uitgevoerd als treden:
I+II, P+I, P+II tremulant
2003 schoonmaak Kistorgel (1989)
2005 Plaatsing van het kistorgel (1989) in de H. Jacobuskerk te Den Haag.
2007-2009 Herstelwerkzaamheden met vrijwilligers en voorbereidingen t.b.v. de restauratie van het Adema/Maarschalkerweerdorgel (1890/1976) door Slooff Orgelbouw te Ouderkerk a/d IJssel.
2011-2014 Nieuwbouw Altaarorgel H. Jacobus de Meerdere te Den Haag
Dispositie
Manuaal I Manuaal II Pedaal
Bourdon 8 vt Holpijp 8 vt Subbas 16 vt
Prestant 4 vt Viola di Gambe 8 vt Gedekt 8 vt
Octaaf 2 vt Fluit 4 vt Trompet 8 vt
Mixtuur 1 st Piccolo 2 vt
Trompet 8 vt Nasard 2 2/3 vt disc.
Terts 1 3/5 vt disc.
Trompet 8 vt
koppelingen uitgevoerd als treden: I+II, P+I ,P+II
Manuaalomvang: C-g"' Pedaalomvang: C-f'
Mechanische sleepladen, elektrische toetstractuur.
De trompet is speelbaar op alle klavieren.
De Subbas (opgesteld in een aparte kas) heeft 2 functies per pijp (C=CIS etc.) Een en ander is gerealiseerd volgens patent Slooff; waarbij extra boringen in het corpus zijn aangebracht.
De complexiteit een en ander te bedienen en de transmissie van de Trompet leidde ertoe dat gekozen werd voor een elektrische speel - en gedeeltelijke elektrische registertractuur.
De stemming is gelijkzwevend in overeenstemming met het hoofdorgel in de kerk.
2012 Herstelwerkzaamhden aan het kistorgel van het Kon. Conservatorium te Den Haag (1980) van J.J. Elbertse te Soest
Dispositie
Holpijp 8 vt
Fluit 4 vt
octaaf 2 vt
Regaal 8 vt
Manuaalomvang C-f'''
Herstel van het meubel en lessenaar; herstel van windlekkage.
2018 Herstelwerkzaamheden aan mijn klavecimbel: o.a. nieuw benen beleg bovenklavier.
Het instrument werd gemaakt in 1975 door LEENDERT VAN GELDEREN .